Bewerkingen
Deze stap legt enkele bewerkingen uit, waaronder het transponeren van jouw partituur, het toevoegen van herhalingen, enzovoort.
Ten eerste kijken we naar hoe je jouw partituur kan transponeren in een andere toonaard. Selecteer de volledige partituur aan de hand van shift en je muis. Dit kan ook via de shortcut ⌘/ctrl + A. Klik vervolgens op ‘gereedschappen’ en ‘transponeer’. In het nieuwe venster kan je nu verschillende manieren om te transponeren uitkiezen. Je kan kiezen om naar een specifieke toonsoort te transponeren, maar ook om een bepaald interval te stijgen of te dalen. Heb je een voorkeur om omlaag of omhoog te verschuiven? Duid dit dan zeker aan! Indien je akkoordsymbolen aan je partituur hebt toegevoegd, duid je beter ook aan om ze mee te laten transponeren.
De tweede bewerking, die we onder de loep nemen, is het toevoegen van bepaalde lijnen. In het linker palet kan je onder ‘lijnen’ verschillende opties terugvinden. Zo geeft MuseScore je de optie om zingsbogen toe te voegen. Dit doe je door de noot te selecteren waar deze moet beginnen, en daarna op het symbool van de zinsboog te klikken. MuseScore plaatst deze zinsboog zelf, maar je kan het wel aanpassen door op de boog te klikken en de vierkantjes te slepen naar de gewenste plaatsen. Daarnaast kan je crescendos en (prima) volta’s toevoegen. Dit kan je op analoge wijze doen. Heb je je bedacht? Dan kan je de lijnen verwijderen door erop te klikken en vervolgens op ‘delete’ te drukken op je toetsenbord.
We kijken nu verder naar de derde bewerking ‘maatstrepen’. MuseScore laat je toe om via het linker palet onder ‘maatstrepen’ verschillende soorten uit te kiezen. Bijvoorbeeld om een herhaling of om (sectie-)eindes aan te duiden. Klik op de gewenste maatstreep en sleep dit naar de juiste maat. Deze bewerking kan je ook doen door eerst op de juiste maat te klikken en vervolgens op het gewenste symbool. MuseScore plaatst dit vanzelf op de juiste plaats.
De laatste bewerking die we bekijken is het toevoegen van herhalingen en sprongen. In het linker palet vind je onder deze naam verschillende symbolen terug die je aan je partituur kan toevoegen. MuseScore geeft de optie om coda’s en segno’s toe te voegen, alsook de bijhorende tekst en aanwijzingen. Klik op het gewenste symbool of tekstje en sleep dit naar de juiste maat.
Deze bewerking kan je ook doen door eerst op de juiste maat te klikken en vervolgens op het gewenste symbool. MuseScore plaatst dit vanzelf op de juiste plaats.
Ten slotte vermelden we in deze stap nog even dat je de instellingen uit Stap 2: het aanmaken van een partituur ook opnieuw kan aanpassen via het linker palet. Zo kan je zowel de muzieksleutels, als toonsoorten, maatsoorten, voortekens,… nog aanpassen aan het begin van de partituur én in het midden van je partituur. Toon- en maatveranderingen kan je dus steeds aan je partituur toevoegen.
Wanneer je uiteindelijk je partituur laat afspelen, zal MuseScore deze bewerkingen uitvoeren. Let op: je kan ervoor kiezen om de herhalingen tijdens het afspelen te laten negeren. Voor meer info verwijzen we naar Stap 3: Wegwijzer.