Wat is communiceren?

Ten eerste communiceren we als mens op verschillende manieren. Zo weten we uit studies dat slechts 7% van onze communicatie verbaal plaatsvindt. 38% doen we met ons stemgebruik (tempo, ritme, toonhoogte, enz.) en 55% met onze lichaamstaal (houding, gebaren, ademhaling, enz.). Wees je dus steeds bewust van de non-verbale boodschappen die je mogelijks uitzendt. Hier komen we in Stap 4: Wanneer communiceren? op terug.
Om aan communicatie te doen, moeten minstens twee partijen aanwezig zijn: de zender en de ontvanger. Wanneer je zelf een boodschap overbrengt, word jij de zender genoemd. Een boodschap uitzenden kan je ook in groep doen, zoals je uitstraling op het podium. De tegenpartij wordt de ontvanger genoemd. Deze laatste kan opnieuw één persoon zijn: wanneer iemand op straat naar je zwaait. Of meerdere personen: een groep zangers die een artikel over wervende communicatie lezen.
Wanneer de zender vervolgens een boodschap overbrengt, bewust of onbewust, moet deze ook een ‘verpakking’ of een ‘communicatiekanaal’ kiezen. Deze kunnen erg verschillen van elkaar: iemand die zich triest voelt, laat dit laten uitstralen via lichaamstaal. Maar een koor dat graag nieuwe leden trekt, zal misschien bewust een boodschap online posten, met een vrolijk foto erbij!
Let wel op: er kan een kloof ontstaan tussen de bedoelde boodschap (zoals bedoeld door de zender) en de geïnterpreteerde boodschap (zoals begrepen door de ontvanger). Komen deze twee versies overeen? Heeft de zender het wel duidelijk verzonden? Of heeft de ontvanger het verkeerd ontvangen? Wanneer zo’n kloof ontstaat, spreken we over ‘ruis op het kanaal’.
Ten slotte stuurt een zender soms een boodschap uit om hierop een bepaalde ‘gewenste’ reactie te ontvangen. Nadat de ontvanger deze boodschap ontvangen heeft, zal deze een reactie terugsturen die al dan niet overeenstemt met de gewenste reactie. Wanneer een mismatch zich voordoet, is het ook hier interessant om te onderzoeken waarom. Toets in de praktijk af of er weldegelijk sprake was van verwarring, door te vragen aan de ontvanger of hij de boodschap in zijn of haar eigen woorden kan herhalen, of er misschien nog vragen, enzovoort. Op die manier kan je in de toekomst ruis detecteren en vermijden.
In de komende hoofdstukken beschrijven we hoe je deze ruis en mismatchen kan minimaliseren.